door Noor Al-Bazzaz, lid van het Amnesty International Syrië team
vluchtelingen steken met honderden
de grens met Jordanië over, maar voor sommige Palestijnen in Syrië is dit haast onmogelijk © KHALIL MAZRAAWI/AFP/Getty Images |
Het
waren de continue beschietingen die Abu
al-'Izz dwongen om zijn geboorteland Syrië te ontvluchten.
In het Bashabsheh
doorgangskamp in al-Ramtha zegt hij: "Ik kon de beschietingen niet meer
verdragen, ik moest mijn familie redden".
Soortgelijke
reacties kon Amnesty International noteren van andere Syrische en Palestijnse
vluchtelingen in Jordanië die het geweld in Syrië proberen te ontkomen. In de
afgelopen twee weken zouden er dagelijks honderden vluchtelingen uit Syrië in
Jordanië aankomen. Het merendeel werd binnengesmokkeld door het Free Syrian
Army.
De
reis is lang en gevaarlijk. Men moet checkpoints en sluipschutters trotseren.
Moeders geven hun kinderen een slaapmiddel opdat ze geen geluid zouden maken
dat de aandacht van de Syrische veiligheidstroepen kan trekken. Een vrouw
vertelt:"We vertrokken met driehonderd mensen. Als mijn baby zou huilen,
zou iedereen gedood kunnen worden." Ze houdt haar baby omhoog en lacht:
"Kan je je inbeelden dat dit kleintje verantwoordelijk zou zijn voor
driehonderd doden?".
De
beslissing om Syrië te ontvluchten is weldoordacht. De risico's die zo'n reis
met zich meebrengt worden goed ingecalculeerd en afgewogen.
Voor
Palestijnse vluchtelingen zijn de risico's nog groter omwille van de
beperkingen die hen zouden worden opgelegd in de doorgangskampen. Sinds april
2012, mogen Palestijnse vluchtelingen uit Syrië geen beroep meer doen op het
'borgsysteem'. Door dit systeem kan iemand met de Jordaanse nationaliteit borg
staan voor een vluchteling en hem zo uit het doorgangskamp krijgen. 140
Palestijnse vluchtelingen worden nu in het Cybercity kamp in Jordanië
vastgehouden.
De
Syrische 'Laila' is getrouwd met een Palestijn. Zij kan nog wel beroep doen op
het borgsysteem maar wil het kamp niet verlaten. Haar dochter, die als
Palestijnse wordt aangezien, mag het kamp immers niet verlaten. Haar echtgenoot
wordt in Irbid in een ziekenhuis behandeld voor de schotwonden die hij tijdens
de beschietingen heeft opgelopen. Ze kan hem enkel bezoeken wanneer ze begeleid
wordt door politie.
Um
Mustafa, een Jordaanse vrouw, vertelt een soortgelijk verhaal. Ook zij is
getrouwd met een Palestijn. Ze is vrij om het Cybercity kamp te verlaten maar
weigert dit omdat haar kleuter ook in
het kamp moet blijven.
Het
merendeel van de Palestijnse vluchtelingen komt uit Dera'a waar een groot
vluchtelingenkamp is. Het kamp wordt geregeld beschoten en aangevallen. Het
geweld in Dera'a blijft bovendien toenemen maar het aantal Palestijnse
vluchtelingen uit Dera'a neemt af terwijl het aantal niet-Palestijnse
vluchtelingen uit die regio alsmaar toeneemt. De Palestijnse vluchtelingen
zouden door de restricties afgeschrikt worden. Ook zijn er geruchten dat
Palestijnse vluchtelingen geweigerd worden aan de Jordaanse grens.
'Ahmed'
is één van de gelukkigen die nog voor april 2012 in Jordanië terechtkwam. Hij
woont nu in Irbid. Hij kent verschillende Palestijnse families die Dera'a
proberen te ontvluchten. Sommige families zijn gevlucht naar de buurtregio's,
anderen hadden geen andere keuze dan terug te keren naar het vluchtelingenkamp
in Dera'a. Ook zijn eigen familie geraakt er niet weg. Ahmed geeft ons de
contactgegevens van zijn familie. "Neem alsjeblief contact met hen op,
zelfs als je hen niet kan helpen" vraagt hij. "Zo weten ze tenminste
dat er nog steeds mensen zijn die deze crisis opvolgen. Je kan je niet
inbeelden hoe het voelt om alleen te zijn en niet in staat zijn die
verschrikkelijke situatie te ontvluchten."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten