Deze post werd origineel gepubliceerd op Livewire op 14 mei 2012.
Het is nu een jaar geleden dat
ik ziekenhuizen bezocht waar gewonden uit de oorlog tegen Kadhafi werden
verzorgd. Onder hen waren veel burgerslachtoffers van de willekeurige
beschietingen van woonwijken door de troepen van Kadhafi. Het waren vergeefse
pogingen van het regime om aan de macht te blijven.
Moussa Bakr Ibrahim, 6 jaar, was met familie aan het spelen toen zijn huis in Kufra door mortiervuur werd geraakt ©Amnesty International |
Moussa Bakr Ibrahim, 6 jaar, was op 23 april met kinderen van de familie
aan het spelen toen zijn huis in de zuidelijke stad Kufra werd geraakt. Hij werd
door granaatscherven aan zijn linkerarm en -been verwond. Moussa had zijn vader
op 11 februari verloren bij een eerdere beschieting van de Toubou gemeenschap
in Qudrufai.
Veel zwarte Toubous
vertelden me dat ze de “17 februari-revolutie” verwelkomden, in de hoop dat die
een einde zou maken aan de discriminatie onder Kadhafi. Het regime weigerde hen identiteitsdocumenten,
ze werden geconfronteerd met gedwongen uitzettingen en riskeerden willekeurige detentie
als ze durfden protesteren. De Toubous voelen zich nu nog steeds
gemarginaliseerd, en klagen over gebrek aan erkenning door de Libische
nationale autoriteiten.
Bij recente gewapende
botsingen tussen milities in Kufra, werden Toubou woonwijken door Arabische
milities beschoten, met doden en gewonden onder de bevolking.
Op 20 april liep Jum'a Senoussi Abdallah, 70 jaar, door granaatscherven ernstige
verwondingen op aan zijn buik. Hij wordt nu behandeld in het Medisch Centrum
van Tripoli. "Ik was net klaar met mijn gebeden, toen ik een ontploffing
hoorde .. dat is al wat ik mij herinner
... Nu ben ik hier, en heb veel pijn ... Ik weet niet waarom ze ons
beschieten. Wij zijn maar vreedzame bewoners die proberen het leven te leiden
van elke dag. "
In hetzelfde ziekenhuis herstelt Amina, 9 jaar, van twee operaties aan haar
buik. Ze is nauwelijks in staat om te spreken. Haar zus vertelt me: "Amina,
een andere jongere zus, en mijn moeder waren thuis in Qudrufai toen de
beschietingen begonnen ... In paniek renden ze het huis uit op zoek naar
onderdak. Amina werd in de rug geschoten, en de kogel scheurde door haar maag.
Wie doet een kind zoiets aan? Onze situatie is heel moeilijk in Kufra, ook nu
de beschietingen voorbij zijn, maar we zijn te bang om onze wijken te verlaten
... Scholen zijn gesloten, er is geen werk ... Onder Kadhafi leden we, en nu lijden
we weer ... We kunnen niet normaal leven als regelmatig onze buurten worden
beschoten. "
Haar frustratie wordt gedeeld door Abdelrahman Sharaf Eddin, wiens broer,
18 jaar, werd gedood toen hun huis in Qudufrai in april werd beschoten.
Abdelrahman werd zelf gewond aan de arm, en is vastbesloten om gerechtigheid te krijgen voor de dood van zijn broer. Hij klaagde dat in de tijd van Kadhafi de
Toubou gemeenschap werd gediscrimineerd. Nu, zegt hij, wordt hun situatie nog
verergerd door wetteloosheid en de ruime beschikbaarheid van wapens.
In het volgende bed
wacht Idriss Jumaa Mohamed op zijn operatie aan het rechterbeen. Zijn been is
gebroken tijdens de beschieting van zijn huis in Qudrufai. Idriss 'vader, Jumaa
Mohamed, werd gedood in februari, toen bij botsingen tussen Toubou en Arabische
milities ongeveer 100 mensen het leven lieten. Dit was nog vóór de verzoeningsinspanningen en de inmenging van
het Libische Nationale Leger, die tijdelijk een einde maakten aan het geweld. "Ons
hele gezin van zeven was thuis, toen we van ver ontploffingen hoorden. Ze
klonken steeds luider, en plots verbrijzelde het glas van de ramen. Ik hoorde
ongeveer vijf ontploffingen, voordat mijn vader gewond raakte. Ik rende naar
hem om hem te helpen en probeerde hem het uit huis te slepen, toen ik zelf door
een ontploffing werd getroffen, en aan het been werd verwond ... We kwamen naar
Tripoli voor de behandeling, maar mijn vader heeft het niet gered. "
aanhoudend geweld in Libië: vernield appartemenstgebouw in Tawargha, februari 2012 © Amnesty International |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten