zaterdag 14 mei 2011

'Arabische lente' biedt een les voor de wereld

Door Salil Shetty, secretaris-generaal van Amnesty International,
oorspronkelijk gepost op Livewire op 12 mei 2011

Voor mensen die zich inzetten voor de mensenrechten, hebben de gebeurtenissen begin mei  (dood Osama bin Laden) geleid tot een aantal interessante, maar uitdagende debatten.


Martelingen gerechtvaardigd ?

We hebben gehoord van overheidsfunctionarissen en experts dat martelingen hebben geleid tot de ontdekking van Osama Bin Laden. Zij beweren dat ergens in een geheim detentiecentrum in Polen of Litouwen, of in een verhoorkamer in Guantánamo Bay of Bagram, iemand de noodzakelijke informatie heeft gegeven die leidde tot dit resultaat.

Terwijl de legitimiteit van foltering de krantenkoppen haalde, bereidde Amnesty International de publicatie van haar jaarverslag voor over de toestand van de mensenrechten in de wereld.

Na 50 jaar werken om foltering te bannen en rechtvaardigheid te bevorderen, wenst Amnesty International opnieuw te beklemtonen dat mensenrechten een centrale rol spelen in de belangrijkste uitdagingen van deze tijd  - met inbegrip van het absolute verbod op foltering.

Sommigen beweren dat marteling werkt. Zij beweren dat de gebeurtenissen van vorige week in Pakistan bewijzen dat marteling een rol kan spelen om gerechtigheid te laten geschieden voor de duizenden slachtoffers van Al Qa'aeda over de hele wereld. Hoe, vragen ze zich af, kan een rechtgeaarde mensenrechtenactivist dan marteling bekritiseren ?

Marteling onder geen beding toelaatbaar

Maar laten we eens kijken naar detentiecentra. Detentiecentra in Tunis, Cairo, Teheran, Damascus, Manama en Sana'a. Detentiecentra, waar decennia lang mensen die strijden voor de mensenrechten en de democratie zijn gemarteld door, wat nu wel publiekelijk wordt toegegeven, brutale en repressieve regimes. En de rechtvaardiging is altijd vrijwel hetzelfde. Deze mensen zijn een bedreiging. In feite worden ze beschouwd als terroristen.

Dit gaat er niet over of een persoon terrorist is dan wel vrijheidsstrijder. Dit gaat over staten die misbruik maken van hun macht zowel tegenover degenen die zelf strafbare, verwerpelijke feiten plegen als tegen hen die reageren tegen strafbaar en verwerpelijk gedrag van de regeringen zelf.

De realiteit is dat, om hun doelstellingen te bereiken, mensenrechtenverdedigers vaak gemarteld worden, en terroristen beschermd. Te vaak faalt het systeem en de overtreders blijven regeren, terwijl de verdedigers in de gevangenis zitten. En dit is een duidelijke reden waarom marteling nooit kan worden gerechtvaardigd.

Staten zijn verplicht mensenrechten te respecteren

Wie mensenrechten wil bevorderen, en marginalen, uitgeslotenen, of andere mensen die een stempel dragen,  wil verdedigen moet worden beschermd tegen machtsmisbruik  - niet alleen in staten, maar ook bij de drugsbaronnen in Mexico, de Lords Resistance Army in Oeganda en de Taliban in Afghanistan en Pakistan.

Maar staten hebben een expliciete en duidelijke opdracht zich in te zetten voor de mensenrechten, die de sleutel vormen tot het voorkomen van aanslagen op marginalen, ongeacht wie de dader is.

En dat kan alleen gebeuren als marteling absoluut verboden wordt, zonder enige uitzondering.

Er rijst geen twijfel dat degenen die bedreigingen uiten, doden, ontvoeren of verminken moeten worden berecht. Maar deze regel moet evenzeer gelden voor individuen die anderen schade toebrengen als voor overheden die afwijkende meningen willen onderdrukken.

In de paniek die volgde op de aanslagen van 11 september, reageerden de VS en andere westerse landen snel om martelingen uit te besteden aan landen die in de praktijk beschikten over deskundigen terzake. Ze konden hun handen in onschuld wassen, zelfs als ze regeringen waarvan zij wisten dat ze repressief, wreed en corrupt waren, nog meer steun gaven. De bevolking van deze landen hebben dit duur betaald. De westerse regeringen delen nu in de schuld.

en het Midden-Oosten ?

Mensen in het Midden-Oosten die
repressie, corruptie en discriminatie
beu zijn zeggen nu : genoeg is genoeg
© Abdulrahman H. Jaber
In de hele regio zien we moedige mannen en vrouwen die genoeg hebben van repressie, corruptie en discriminatie, die vinden dat het genoeg geweest is en op straat komen om verandering te eisen.

Ze krijgen te maken met wapenstokken, kogels, wreedheid en dood. Maar hun eisen zijn duidelijk. Net als ieder van ons, willen zij leven in waardigheid. Vrij van angst voor geweld door de veiligheidsdiensten en betaalde criminelen. Ze willen vrij zijn van corrupte ambtenaren en bedrijven, en gemachtigd om het beleid van hun regering te beïnvloeden.

Voor de vrouwen die zo cruciaal zijn geweest in deze protesten, is hun deelname een geloofsdaad. Zij zijn geëngageerd in een voortdurende strijd om de dubbele gesel van repressieve regeringen en diepgewortelde discriminatie tegen vrouwen te overleven.

Ze rekenen erop dat, na hun leven in gevaar te hebben gebracht, ook zij een plaats aan de tafel zullen hebben - en niet in de keuken - zodra er een nieuwe regering tot stand is gekomen. Te vaak stapelde het gebrek aan respect zich op, waardoor hun moed des te opmerkelijker is.

De revolutie voor mensenrechten in het Midden-Oosten is in een kritieke fase. Jarenlang heeft  Amnesty International gerapporteerd over de repressie, wreedheid en corruptie van deze regeringen en de recente gebeurtenissen hebben dit nu blootgelegd zodanig dat niemand ze nog kan ontkennen.

Nieuwe kansen ? 

De verdoken medeplichtigheid van regeringen die beweren mensenrechten te verdedigen is evenzeer blootgesteld. Mensen die leven onder repressieve regeringen van Myanmar tot Cuba, van Oezbekistan tot Zimbabwe, kijken nu toe om te zien welke eventuele regeringen echt de mensenrechten zullen verdedigen en een einde zullen stellen aan repressie, geweld en corruptie.

Deze crisis kan ook leiden tot kansen - we leven nu in een wereld van grote mogelijkheden. Dit is een tijd voor leiderschap. Een tijd om te evoluëren van het morele falen van regeringen over de hele wereld naar het werkelijk ondersteunen van de mensenrechten in de praktijk, niet alleen als een politiek opportune slogan.

Met  Amnesty International hebben we 50 jaar ervaring in het werken aan mensenrechten om dictators aan te pakken. Maar de gewone mensen die met buitengewone moed op straat komen in de Arabische lente zijn een levend bewijs van onze droom. Ze negeren het risico van marteling en wreedheid om op te komen voor hun mensenrechten.

Laat ons - gewone mensen die samenwerken - de visie van Peter Benenson getrouw zijn, de man die Amnesty International heeft opgericht, en onthouden dat individuen het verschil kunnen maken.

Individuen kunnen handelen in solidariteit - over de grenzen heen, over klasse, over geloof, over alle verschillen, uitgebuit door hen die de macht willen behouden - om te eisen dat regeringen een einde maken aan repressie, corruptie uitroeien en de mensenrechten bevorderen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten