maandag 16 mei 2011

wraakmoorden en roekeloze schietpartijen in het oosten van Libië (in handen van het verzet)

Door Donatella Rovera, Amnesty International crisis onderzoeker,
origineel gepost op Livewire op 13 mei 2011

Op de intensive care van één de ziekenhuizen van Benghazi ontmoette ik een vrouw die ik enkele weken geleden had ontmoet in een ander ziekenhuis, waar haar 5-jaar oude neef een moeilijke operatie moest ondergaan om een kogel uit zijn borst te halen. Het kind was blijkbaar het slachtoffer van de al te frequente roekeloze schietpartijen in de lucht in Benghazi en elders in Oost-Libië.


Een paar weken later was de oom van het kind het slachtoffer van een soortgelijk ongeval. Hij raakte gewond in het centrum van Benghazi op 5 mei samen met enkele andere omstanders, van wie er één later overleed aan zijn verwondingen.

  affichecampagne om niet
roekeloos in de lucht te schieten

Een recente postercampagne georganiseerd door een groep jongeren doet een beroep op mensen met wapens niet te schieten in de lucht - een hoognodig initiatief, aangezien de roekeloze schietpartijen nog steeds doden en verwonden.


Dergelijke incidenten gebeuren veel vaker dan de meeste zorgverleners willen toegeven, er wordt meestal niet over gepraat of worden vaak toegewezen aan aanvallen van pro-Kadhafi elementen - met name de 'revolutionaire comité's' van Kadhafi - in een poging om angst en chaos te zaaien in Benghazi. Het moet ook erkend worden dat men liever niet spreekt over de minder fraaie kanten van de post-17 februari situatie in Oost-Libië - met name het gedrag van sommige van de oppositiestrijders, de "thuwwar", zoals ze hier worden genoemd.

 Een met bloed besmeurde nota..
In de afgelopen twee en een halve week, werden drie mannen, die tot 17 februari werkten voor het eens almachtige en beruchte Interne Veiligheisdsagentschap (ISA, Jihaz al-Amn al-Dakhili), in koelen bloede gedood, in executie-stijl. Het lichaam van het laatste slachtoffer, een vader van zes, werd gevonden op 10 mei in de zuidwestelijke rand van Benghazi. Hij was in het hoofd geschoten, zijn handen en voeten waren vastgebonden en een sjaal was strak rond zijn nek gebonden. Hij miste een stuk vlees aan zijn rechter kuit en merktekens op zijn broek gaven aan dat hij had geknield. Een met bloed besmeurde nota met zijn naam werd gevonden naast het lichaam, waarop stond  "... een hond van de honden van Kadhafi is geëlimineerd".

Een ander voormalig ISA-lid, een 48-jarige vader van drie kinderen, was twee weken eerder vermoord op vrijwel dezelfde manier. Zijn lichaam werd gevonden in hetzelfde gebied in de avond van 22 april. Hij was twee keer in het hoofd geschoten, had een sjaal strak rond zijn nek gebonden, en zijn handen waren vastgebonden achter zijn rug met twee plastic handboeien. Merktekens aan zijn broek gaven aan dat hij had geknield.

In beide gevallen waren er geen getuigen van de ontvoeringen van de mannen  - of als er waren, hebben ze er begrijpelijkerwijs over gezwegen.

In een ander geval, ontvoerde een groep gewapende mannen - sommigen van hen gemaskerd - een 55-jarige vader van acht kinderen, ook een voormalig ISA-lid, uit zijn huis in de avond op 8 mei. Uiteraard identificeerden ze zich niet, noch vertelden ze zijn doodsbange familie waarom of waar ze hem meenamen. De volgende ochtend werd zijn lichaam gevonden, ook in de zuid-westelijke rand van Benghazi. Ook hij was geboeid en was in het hoofd geschoten, had ook andere wonden aan zijn hoofd en was geslagen met een stomp voorwerp.

Er zijn frequente nachtelijke overvallen door groepen van gewapende "thuwwar" op heksenjacht op vermeende loyalisten van Kadhafi - terecht of onterecht - op één of andere manier betrokken in spionage of het plannen of uitvoeren van aanslagen, of verantwoordelijk worden geacht voor de brutale repressie, kenmerkend voor het regime van Kadhafi  de afgelopen vier decennia. Sommige van deze milities handelden in opdracht van de zogenaamde "detentie commissies" in militaire kampen, terwijl anderen schijnbaar handelden op eigen initiatief. Soms werden ook buitenlandse journalisten opgepakt in deze nachtelijke raids.

Ook migranten bedreigd

Voormalige leden van de veiligheidsdiensten en Kadhafi loyalisten zijn niet het enige doelwit. Op 23 en 24 april werden in de zuid-westelijke rand van Benghazi twee niet-geïndificeerde mannelijke lichamen gevonden, ogenschijnlijk uit de Sub-Sahara van Afrika. Eén was de keel overgesneden en zijn enkels waren met een touw vastgebonden. De andere was in het hoofd geschoten en had meerdere kneuzingen, duidelijk een aanslag. Dit zijn alleen de recentste gevallen. In de dagen direct na de omverwerping van het regime in het oosten van Libië, werden mensen van verschillende nationaliteien uit de Sub-Sahara landen op brutale wijze aangevallen en gedood. Sommigen werden doodgeschoten, sommigen werden publiekelijk  opgehangen, en anderen werden gelyncht. We hebben geen weet van onderzoeken om de verantwoordelijken voor deze gruwelijke misdaden te identificeren en hen te berechten.

Veel Afrikaanse migranten zijn het slachtoffer geworden van aanvallen, blijkbaar ingegeven door het vermoeden dat ze dienden als "huurlingen" voor de troepen van Kadhafi. Wijdverspreide, maar vooral ongefundeerde beschuldigingen, onder meer door de nationale "overgangsregeringsraad", dat de Afrikaanse "huurlingen" een belangrijke rol hebben gespeeld in de moorden en aanslagen tegen de demonstranten heeft ontegensprekelijk  dergelijke aanvallen gevoed. Een groot aantal Afrikaanse migranten werd opgepakt na 17 februari en werden herhaaldelijk door de media in de wereld opgevoerd als "huurlingen" voordat ook maar enig onderzoek werd uitgevoerd om vast te stellen wie ze waren of wat zij eventueel hadden misdaan. De overgrote meerderheid van hen zijn nu  vrijgelaten en mogen het land verlaten op voorwaarde dat er geen bewijs was gevonden tegen hen, maar tot dan werden  ze ten onrechte aangeduid als "huurlingen".

Tot dusver is er geen publiek debat over deze verontrustende ontwikkelingen. Ambtenaren en politieke leiders worden niet verantwoodelijk gesteld voor de veroordeling van de moorden op Kadhafi loyalisten en Afrikaanse migranten, noch wordt over deze schendingen gesproken op de nieuwe (Free Libya) TV en radio stations of in de vele nieuwe kranten die zijn verschenen in de afgelopen paar maanden.

Wat wel positief is, is dat ik wanneer ik deze problemen met ambtenaren of gewone mensen bespreek, zij dergelijke aanvallen veroordelen en weerzinwekkend vinden. De meesten van hen hopen dat de repressie en de wrede praktijken die de Libiërs hebben ondergaan in de afgelopen vier decennia, niet mag worden herhaald en dat de toekomst van Libië moet worden opgebouwd als een  volwaardige rechtsstaat met eerbiediging van de mensenrechten.

Ik hoop dat hun wens wordt vervuld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten