woensdag 19 oktober 2011

Bezoek aan San José de Apartadó - deel 3


Door Wendy Van Dyck, Amnesty-activist

door de modder...
Gisteren, dinsdag, hebben we met de groep in La Esperanza de begrafenis bijgewoond van de nicht van onze gids Jairo. De volgende ochtend vertrokken we vroeg terug richting San Josecito. Terug naar de plaats waar we onze tocht startten. Modder en hitte. En ik die dacht aan “Muertos, muertos en nombre de quièn?” Moord, moord, in wiens naam ? 

We trokken dus een tweede keer door La Union, de eerste keer was toen we op weg waren naar Mulatos. 







het agrarisch onderzoekscentrum
In La Union is een agrarisch onderzoekcentrum. In de Vredesgemeenschap wil men zo veel mogelijk alles zelf telen. Hierdoor worden ze onafhankelijker van de markt in Apartadó, zodat ze geen honger moeten lijden als er blokkades zijn.

Na een lange tocht waren we rond 14u terug in San Josecito. We hebben nog lekker gegeten bij Amanda. Ik ontmoette ook een Belgische die vrijwilliger was bij Peace Brigrades  (Vredesbrigadiers). Ze vertelde dat ze om de twee weken een aantal dagen in de Vredesgemeenschap was en daarna een paar dagen in een ander gebied van Colombia. Samen met een Zwitserse begeleidde ze mensen van de gemeenschap als die ergens naar toe moesten gaan.

De school van San Josecito
met het logo
We gingen ook nog op bezoek bij Brigida. Zij heeft het logo gemaakt van de vredesgemeenschap dat je op elk bord ziet. Haar leven kende veel geweld. Ze was lid van de Union Patriotica. Vele leden van deze politieke partij werden in de jaren ’80 vermoord. Haar drie broers werden vermoord: één door paramilitairen, één door de guerrilla en de derde door een criminele bende. Haar dochter werd twee jaar geleden op Kerstavond zonder aanleiding vermoord door het leger. 

Donderdag bezochten we het politiekantoor, het parket en het leger in de stad Apartadó.

de kolonel poseert fier. Sommige anderen
van onze groep kijken minder gelukkig..
Op het politiekantoor antwoordden ze niet op onze vragen. Ze bleven de vragen deskundig ontwijken. De Kolonel van het leger sprak zichzelf tegen. In het begin vertelde hij dat er elke dag vele mensen werden vermoord. Op het einde van het gesprek waren er echter maar 5 mensen gedurende 14 maanden vermoord. Op het parket wilden ze ons ook niet echt helpen. Ze zeiden wel dat ze van héél de wereld brieven ontvingen rond de Vredesgemeenschap. In die brieven stond in dat het parket de Vredesgemeenschap moest helpen. Maar zij konden dit niet.

doek, geschonken door
een groep van Amnesty-UK
In de Vredesgemeenschap zag ik een groot doek hangen in de bibliotheek. Dit werd gemaakt door een groep Amnestyvrijwilligers uit het Verenigd Koninkrijk. Er waren ook enkele brieven. Jesus Emilio, één van de leiders, vertelde dat de acties van Amnesty en andere organisaties echt wel zin hebben. Sinds er meer internationale aandacht is, zijn er minder moorden gebeurd. Minder mensen werden bedreigd. Het stelde me gerust. Ik was een zeer kleine schakel in hun strijd voor vrede. Ik schreef namelijk brieven. Maar dankzij die vele zeer kleine schakels kon ik bijdragen aan de vrede in deze gemeenschap. De vrede is er wel broos en dus gemakkelijk breekbaar. Ik moet die brieven blijven schrijven! Ik moet die mensen blijven helpen.

Vrijdag namen we afscheid. We reisden af naar Bogotá, de hoofdstad, en bezochten o.a.de kantoren van de Verenigde Naties. Bij de Verenigde Naties zeiden ze ons dat het parket te weinig heeft gedaan voor de mensen van de Vredesgemeenschap...

Wendy Van Dyck

Geen opmerkingen:

Een reactie posten