donderdag 7 april 2011

Libië : Mijnen leveren nieuw gevaar op terwijl de gevechten blijven doorgaan

antipersoonsmijn, door de troepen
van Kadhafi gelegd
Door Donatella Rovera, Amnesty International's crisis onderzoeker

De gevechten tussen de troepen van Kadhafi en de opposanten om de controle te verwerven over de strategische olierijke regio ten westen van Ajdabiya, hebben nog meer gezinnen ontheemd.Bewijs dat de troepen van Kadhafi antipersoonsmijnen, en niet enkel antitankmijnen, hebben gelegd naast de hoofdweg aan de rand van Ajdabiya heeft de bezorgdheid voor de veiligheid van omwonenden en mensen die rondtrekken in het gebied nog sterk verhoogd.


Antipersoonsmijnen zijn internationaal verboden op grond van het gevaar dat ze opleveren voor burgers.

De antipersoonsmijnen werden slechts bij toeval ontdekt toen een vrachtwagen van een elektriciteitsbedrijf  erover reed, waarbij twee van de mijnen ontploften. Dit gebeurde de ochtend van 28 maart, twee dagen nadat de troepen van Kadhafi gedwongen werden zich terug te trekken uit het gebied.

'AbdelMina' im al-Shanty, operationeel directeur van het elektriciteitsbedrijf voor Oost-Libië, vertelde me dat de werknemers naar het gebied waren gestuurd om hoogspanningslijnen te herstellen, die tijdens de twee weken durende belegering van de stad waren beschadigd. Gelukkig werd niemand gewond bij de ontploffing door de stevige vrachtwagen, maar als één van de arbeiders op de mijnen was gestapt, zouden ze vrijwel zeker ledematen hebben verloren of erger.

Antipersoonsmijnen zijn internationaal verboden en mogen niet gebruikt worden waar of wanneer dan ook. Dat deze antipersoonsmijnen werden gelegd vlak bij een centrum met een significante populatie,  en in de omgeving van druk verkeer is nog meer verwerpelijk.

Legerofficieren die zich gekeerd hebben tegen Kadhafi, moeten nu pogen om het gebied vrij te maken van deze mijnen. Ze vertelden me dat ze in rechte rijen waren gelegd, begraven in het zand tussen de hoogspanningsmasten en de asfaltweg, op slechts enkele meter van de hoofdweg die van Ajdabiya oostwaarts naar Benghazi loopt en een paar honderd meter buiten de oostelijke poort van Ajdabiya. Het is de belangrijkste route tussen Benghazi en Ajdabiya en naar westelijk Libië.

Kolonels van de oppositie Abdel Jawad en Mahjoub vertelden me dat ze niet vertrouwd waren met antipersoonsmijnen en dat al de mijnen die waren gevonden inmiddels zijn vernietigd. Een andere soldaat liet me de verwijdering zien, hij had die gefilmd met zijn GSM.

Het gevaar van deze antipersoonsmijnen is nu afgewend, maar het feit dat ze dicht bij Ajdabiya zijn gelegd, doet uiteraard de vraag rijzen of dergelijke mijnen ook elders werden gelegd door de troepen van Kadhafi. Als dat zo is, zullen zij een aanzienlijk extra risico opleveren voor omwonenden en anderen die op de vlucht zijn voor het conflict en ook later, wanneer het conflict is afgelopen, mensen willen terugkeren naar hun huizen .

Op dit ogenblik, terwijl het conflict voortduurt, is het onwaarschijnlijk dat deskundigen toegang krijgen tot het gebied om de omvang van het probleem te beoordelen en de risico's  te helpen verminderen, en de oppositiestrijders beschikken in het algemeen niet over de know-how en ervaring om zelf geen risico te lopen.  Ondertussen ligt dus een nieuw gevaar op de loer voor  bewoners en mensen op de vlucht in de gebieden die direct getroffen zijn door de conflicten.

De oliestad Breiqa, op ongeveer 220 kilometer ten westen van Benghazi, lag in het centrum van de gevechten van de afgelopen weken en alle bewoners zijn gevlucht. Even zijn nog enkele bewoners in de stad gebleven, meestal sloten ze zich op in hun huizen en waren afgesneden van de rest van de wereld, maar ook zij hebben nu de stad verlaten.

Eén van de families die ik gisteren sprak, vertelde me dat ze niet terugkeren naar hun huizen in Breiqa, zolang troepen loyaal aan Kadhafi in Sirte blijven en de stad controleren. Sirte ligt een paar honderd kilometer naar het westen. Het gevaar bestaat dat ze oprukken naar Breiqa en andere steden tussen Sirte en Benghazi.

Te oordelen naar de manier waarop de gevechten verlopen,  lijkt het onwaarschijnlijk dat deze familie en anderen op korte termijn terug kunnen keren naar hun huizen. Men geraakt bijna de tel kwijt hoeveel keer Breiqa en het gebied eromheen de laatste paar weken in handen is gevallen van ofwel de troepen van Kadhafi, ofwel zijn tegenstanders.
Zolang dit patroon ongewijzigd blijft, waarbij troepen van Kadhafi en oppositiestrijders beurtelings oprukken en zich terugtrekken uit Breiqa en omgeving, hebben de ontheemde bewoners weinig kans te kunnen terugkeren naar hun huizen en opnieuw hun normale leven hervatten.

"Meestal weten we niet eens wie de stad controleert, en niemand kunnen we vertrouwen. Wij vrezen dat elke partij veronderstelt dat we van de andere kant zijn en dat we hun tegenstanders steunen", vertelde iemand me.

"Elke keer dat de soldaten van Kadhafi terugkomen wordt er nog meer gevochten. Het is inmiddels veel te gevaarlijk om te blijven, hoewel we ook erg bang zijn om langs de weg van en naar de stad te ontsnappen met zoveel vuurgevechten om ons heen."

Dergelijke angst is zeker gerechtvaardigd, omdat mensen werden beschoten, gedood en gewond door de troepen van de Libische leider, terwijl zij het conflictgebied probeerden te ontvluchten.

Zelfs de stad Ajdabiya, die verder weg ligt van de huidige frontlinie en nu weer ongeveer 12 dagen onder controle is van de tegenstanders van Kadhafi,  blijft grotendeels onbewoond, want mensen zijn nog te bang om terug te keren.

Sommige van de mensen die gevlucht zijn uit het conflictgebied hebben onderdak gevonden bij familie en vrienden in steden en dorpen verder naar het oosten langs de Libische kust, tot in Tobruk toe, terwijl anderen verblijven bij vreemden, die gul hun woning beschikbaar stellen aan de mensen in nood.

Toen ik de afgelopen dagen tussen Ajdabiya en Benghazi reed, zag ik een aantal mensen langs de weg staan met borden "gastvrijheid geboden aan gezinnen uit Ajdabiya".

Gisteren, toen ik in al-Bayda was, tussen Benghazi en Tobruk, ontmoette ik een familie die me vertelde dat ze was gedwongen hun huis te ontvluchten en op weg waren naar de Egyptische grens, maar dan terugkeerden naar Al-Bayda, waar bewoners hen in hun huis opvingen.


Helaas kan dit hartverwarmend informeel netwerk van solidariteit niet iedereen opvangen, en andere minder fortuinlijke gezinnen moeten beschutting zoeken in de woestijn, zonder enig idee wanneer ze terug kunnen keren naar hun huis, als het er tenminste nog staat, nadat de nachtmerrie over is.