vrijdag 22 april 2011

Misratah: steeds groeiend menselijk leed in een stad onder vuur

Door Donatella Rovera, Amnesty International de crisis onderzoeker.
Origineel gepost op Livewire op 18 april


We hebben hier in Misratah, de derde grootste stad van Libië, net vier dagen van onophoudelijke beschietingen door de troepen van Khadafi meegemaakt. In slechts twee van de woonwijken die ik heb kunnen bezoeken in de afgelopen vier dagen - Qasr Ahmad in het oosten van de stad en Zawia al-Mahjoub in het westen - regende het honderden raketten en mortiergranaten, letterlijk overal. Ik ben de tel kwijtgeraakt van het aantal huizen dat ik heb gezien die getroffen zijn door deze willekeurige aanvallen.

 Medische klinieken, scholen, moskeeën, fabrieken en de haven - waar duizenden buitenlandse werknemers zijn gestrand zijn en wachten om opgepikt te worden - zijn maar een paar voorbeelden van de locaties die onder vuur komen. Gelukkig zijn veel van de bewoners van de getroffen huizen niet gewond geraakt, maar anderen hadden minder geluk. Zowel volwassenen als kinderen zijn gedood en gewond geraakt in hun huizen en op straat door granaatscherven van deze projectielen.


deel van een clusterbom,
gebruikt in Misratah
In het centrum van de stad, waar de "frontlinie" tussen de troepen van Kadhafi en de verzetsstrijders van straat naar straat verschuift, is de verwoesting groot. In dit gebied heb ik overal clusterbommen gevonden - zij vormen een enorm gevaar,  niet in het minst omdat veel van deze munitie "blindgangers" zijn, hetgeen betekent dat tal van niet-ontplofte bommen verspreid liggen in het gebied. We weten uit andere situaties, zoals in Zuid-Libanon in 2006, waar deze dodelijke wapens ook uitvoerig werden gebruikt door de Israëlische strijdkrachten, dat zij burgers blijven doden en verminken lang nadat het conflict is beëindigd en de mensen zijn teruggekeerd naar hun huizen. Vaak rapen kinderen ze op, onbewust van het gevaar.

Terwijl  de belegering van deze stad maar blijft voortduren, vinden de dappere maar doodsbange  inwoners van Misratah steeds moeilijker een veilige schuilplaats.

Vanmorgen in de Zawia al-Mahjoub wijk in het westen van de stad, zag ik dat huis na huis was beschadigd als gevolg van het willekeurig afvuren van  raketten en mortieren in het gebied. De hele morgen bleef het maar projectielen regenen, steeds meer. Sommige inwoners waren al gevlucht na de vorige aanslagen, maar vele anderen zijn er nog steeds en vragen zich af waar ze nog veilig onderdak vinden.

In een beschadigd huis vond ik vier families, samen meer dan 40 mensen, die bijeenkropen in een kamer in het midden van het huis op het gelijkvloers - in de hoop dat dit de beste bescherming zou bieden als opnieuw een raket of mortier het huis zou raken. Ali, de huiseigenaar, vertelde me dat hij en zijn familie de drie andere gezinnen in zijn huis had opgenomen, toen ze moesten vluchten uit hun huizen in andere wijken. Ali's broer, die al 5 jaar verlamd is, huilde en lag te schudden in zijn bed. De ongelukkige man kan niet spreken, maar zijn gehoor is goed en elke keer we een raket hoorden inslaan, beefde hij bij de luide knal. Ali en andere leden van het gezin probeerden hem te troosten en hem gerust te stellen, maar ze waren zelf doodsbang en voelen zich weerloos tegenover wat rond hen gebeurt. Eerder in de ochtend, waren Ali's 34-jarige zoon en een 53-jarige buurman allebei gewond geraakt toen een raket insloeg vlak voor het huis, terwijl ze bij het hek stonden. Later bezocht ik ze allebei in het ziekenhuis. Beiden hebben ernstige verwondingen opgelopen door een granaatscherf - Ali's zoon heeft een diepe wonde in zijn nek en zijn buurman een wonde aan de buik en een gebroken arm, waar de granaatscherven ook een slagader hebben doorgesneden.

Zelfs de lokale kliniek in Zawia al-Mahjoub werd niet gespaard. Op zaterdagmiddag (16 april) landde een mortiergranaat op de parkeerplaats en verwondde een medewerker en een bezoeker. Mohammed, een 42-jarige technicus anesthesie, vertelde me: "Toen ik een kopje koffie ging halen op de binnenplaats van het ziekenhuis, landden twee raketten vlak in de buurt en ik rende het ziekenhuis in, maar toen ik bij de deur kwam, landde een derde raket op de parkeerplaats" Het andere slachtoffer van de aanval, Faraj, een 45-jarige leraar, vertelde mij dat hij in de kliniek een vriend kwam bezoeken die eerder was gewond geraakt toen een raket of mortier was ontploft vlak voor zijn huis. De artsen die Mohammed en Faraj behandelen, vertelden me dat ze diepe  verwondingen hebben opgelopen, respectievelijk aan de borst en de buik, terwijl Faraj's  arm ook was gebroken.

De buurt was eerder al verschillende keren beschoten door de troepen van Kadhafi. Eén van deze aanvallen, op 5 april, hebben Maryam gedood, een 10-jarig meisje dat speelde op de binnenplaats van haar huis toen een mortiergranaat daar landde. Ze werd gedood door granaatscherven. Dezelfde dag, raakten twee andere jonge kinderen, Ahmad en 'Abdelsalam, beiden slechts twee jaar,  gewond toen zij in hun huis werden geraakt door rondvliegende granaatscherven van raketten die in de buurt insloegen. Ahmad's rechterarm was gebroken en Abdelsalam linkerdijbeen.
.
Gezinnen die door het conflict zijn ontheemd, worden opgenomen in scholen maar  hopen dat deze opvang maar tijdelijk is. In één van de scholen ontmoette ik de 35-jarige Kamila, in verwachting van haar eerste kindje. Ze vertelde me: "De soldaten van Kadhafi kwamen bij ons in de wijk en we vluchtten naar mijn familie in een ander gebied. Na twee dagen kreeg ik pijn en dacht dat ik een miskraam kreeg. Dus nam mijn man me mee naar het ziekenhuis, maar op weg daar naartoe werd onze auto beschoten. Mijn man was zwaar gewond, zijn linkerbeen moest worden geamputeerd en zijn rechterbeen was verbrand tot op het bot. Ik was ook gewond door granaatscherven in mijn linkerbeen en aan mijn zijde en een aantal van de fragmenten zitten nog steeds in mijn been (ze zijn nog duidelijk zichtbaar). "Hij werd geëvacueerd naar Turkije twee weken geleden en ik heb nog geen nieuws van hem, want nergens werkt hier nog een telefoon. Ik moest weer verhuizen omdat de plek waar ik verbleef niet veilig was, dus kwam ik naar deze school met mijn zussen. Ik verliet het huis met alleen de kleren die ik had op mijn rug en nu leven we van "liefdadigheid". De ouders van mijn man verblijven nu bij andere familieleden in Tammina, maar die buurt werd toen ook aangevallen, veel mensen vertrokken en ik weet niet waar ze nu zijn." 
Kamila's schoonzus, een moeder van zeven, en haar neef, een moeder van twee, hebben ook onderdak gevonden in dezelfde school samen met tientallen andere mensen. Ook zij zijn de afgelopen paar weken op de vlucht van de ene naar de andere plaats, in een vergeefse zoektocht naar veiligheid. 

In dezelfde school ontmoette ik een Soedanese familie die al decennia in Libië woont. Yusouf vertelde me dat in de vooravond van 23 maart hun huis werd getroffen door twee granaten toen het gebied werd aangevallen door de troepen van Kadhafi."Toen ons appartement werd beschoten nam ik mijn vrouw en kinderen en we snelden onmiddellijk weg. We dachten dat we na een dag of zo terug naar huis zouden kunnen keren, maar toen werd het gebouw ingenomen door de troepen van Kadhafi en we kunnen nog niet terugkeren. Al onze bezittingen, met inbegrip van onze paspoorten, de schoolcertificaten van de kinderen, alles bleef in het appartement. Nu hebben we niets meer ",zei hij.

Sommige van de ontheemde mensen die ik ontmoette in de school kwamen uit Qasr Ahmad, een wijk van Oost-Misratah, nabij de haven,  waar op 14 april een tiental mensen werden gedood, een aantal van hen tijdens het wachten in de rij om brood te kopen. Eén van de doden was Mohammad Ali Sha'ib, een 47-jarige vader van twee jongens van vier en vijf. Een andere was de 69-jarige Mostepha Hamrouche, van wie de buurman, Omar, me vertelde: "We zaten bij de muur van zijn huis met de andere buren toen raketten vlakbij insloegen. We renden weg in verschillende richtingen. Mostepha zocht dekking onder een boom aan de andere kant van de weg, maar een raket landde recht op die boom en doodde hem. "

Misratah bewoners voelen zich nu erg bang. Ze vinden geen veiligheid in de stad, en ze kunnen ook niet vertrekken. Ze zijn opgesloten en blijven ten prooi aan de voortdurende regen van willekeurige explosieven, afgevuurd op hun wijken door de troepen van de Libische leider.

De vraag die op de lippen van vrijwel iedereen ligt, is dezelfde - waar is de internationale gemeenschap en waarom doet ze niets aan de beloofde bescherming van de kwetsbare en steeds wanhopiger wordende inwoners van Misratah, bescherming die ze nu heel hard nodig hebben?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten